lokale energieproductie

Kleinschalige energieopslagsystemen die op het net zijn aangesloten, ook wel buurtbatterijen genoemd, beschikken over een rendabele businesscase en spelen een belangrijke rol in de opkomst van decentrale opwekking van zonne- en windenergie.

Dat stelt certificeringsmaatschappij DNV GL in een haalbaarheidsonderzoek, dat het samen met batterijbouwer Alfen en Peeeks uitvoerde in opdracht van RVO.

Buurtbatterij

In het rapport wordt gesteld dat buurtbatterijen zowel economisch als maatschappelijk haalbaar zijn. In het rapport wordt daarnaast een besluitvormingsmodel toegelicht, dat netbeheerders en andere stakeholders helpt bij het identificeren en optimaliseren van bedrijfsmodellen omtrent de buurtbatterij.

De opkomst van zonne- en windenergie zorgt voor schommelingen in energielevering. Op dagen met veel wind kan er bijvoorbeeld een overschot aan energielevering ontstaan. DNV GL stelt dat netbeheerders dit kunnen opvangen door de capaciteit van hun netwerk uit te breiden met ondergrondse kabels. Dit kost echter veel tijd en geld.

Buurtbatterijen bieden echter ook uitkomst: ze slaan het overschot aan energie tijdelijk op, om te leveren op momenten dat de vraag hoger is dan het aanbod.

Goedkoper alternatief

Lokale opslagsystemen kunnen een goedkoper alternatief zijn voor het uitbreiden van het net, stelt het onderzoek. Ze kunnen daarnaast sneller in gebruik genomen worden en hebben een kleinere impact op de lokale omgeving. Er hoeven immers geen wegen opengebroken te worden om nieuwe kabels aan te leggen.

Ditlev Engel, CEO van DNV GL Energy: “Om de energietransitie te versnellen hebben we snelle en betaalbare oplossingen nodig. Buurtbatterijen zullen het makkelijker maken voor gebruikers om over te gaan op zon- en windenergie en voor netbeheerders om energie van zon en wind in te passen in het net. Wij zullen samen met onze partners blijven zoeken naar oplossingen die de energie transitie versnellen zodat we de klimaatdoelstellingen van Parijs ook in Nederland kunnen halen.”

Eigenaarschap

Het realiseren van buurtbatterijen heeft wel wat voeten in de aarde. In de meeste landen is het namelijk wettelijk vastgelegd dat netbeheerder geen eigenaar mogen zijn van dergelijke opslagsystemen. Ze moeten in het bezit zijn van onafhankelijke partijen, die de capaciteit van de batterij als dienst aanbieden aan netbeheerders en andere stakeholders.

Bron: duurzaambedrijfsleven.nl

Goed nieuws voor leden van coöperaties en Verenigingen van Eigenaren (VvE): zij krijgen vanaf 1 januari 2014 een belastingkorting van 7,5 cent per kWh gezamenlijk opgewekte, hernieuwbare energie. De regeling geldt voor kleinverbruikers die samen eigenaar zijn van een productie-installatie.

Naast de leden ontvangen ook de coöperaties zelf een vergoeding voor op de opgewekte energie. Die komt neer op 5 á 6 cent per kWh. Voor de regeling geldt per lid een limiet van het eigen verbruik en maximaal 10.000 kWh per jaar. De energieleverancier van het lid berekent de lagere belasting in de jaarafrekening van het lid en verrekent dit vervolgens met de Belastingdienst.

Burgers bewuster

Met de belastingmaatregel wil het kabinet niet alleen de duurzame opwekking van hernieuwbare energie stimuleren, maar ook burgers bewuster maken. Zo is veel dakoppervlak eigendom van de VvE. Tot nu toe kon alleen gesaldeerd worden over het verbruik van de gemeenschappelijke aansluiting.

Zeer welkom

“Met deze belastingkorting kan nu veel meer,” zegt Wido van Heemstra, adviseur Energie en Klimaat bij RVO.nl. “Een dergelijke korting is dan ook zeer welkom. Overal waar ik als adviseur kom, wordt me er nu al naar gevraagd.” Afgezien van de 10.000 kWh per lid heeft de overheid geen grenzen gesteld aan de productie in de regeling. Begroot is dat circa 25.000 burgers per jaar er gebruik van gaan maken.

Eisen

Om in aanmerking te komen voor de regeling gelden verschillende eisen. Zo moeten bijvoorbeeld de leden natuurlijke personen zijn, die hun huis hoofdzakelijk voor bewoning gebruiken. Bestaande coöperaties komen waarschijnlijk niet in aanmerking wanneer zij bedrijfsleden hebben.

Postcoderoos

Voor zover leden gebruik willen maken van deze regeling moeten zij in de nabijheid wonen – de zogenaamde ‘postcoderoos’. Overigens kan één coöperatie meerdere productie-installaties hebben, met zonodig voor elk hun eigen postcoderoos.

Meer informatie: Kennisdossier op Hier Opgewekt

De groei van zonne-energie in Nederland is niet meer te stoppen. Dankzij honderden lokale initiatieven, die zowel streven naar duurzaamheid als onafhankelijkheid, groeit de markt van onderaf. In 2012 zelfs met 250 procent. Ook de komende jaren zal het aantal zonnepanelen en opgewekte zonnestroom meer dan verdubbelen, verwachten deskundigen.

In Nederland werd vorig jaar 145 Megawatt aan nieuwe zonnepanelen geïnstalleerd. Dat is 3,5 keer zoveel als er in 2011 aan vermogen bijkwam. De meeste panelen worden aangeschaft door gezamenlijke initiatieven van burgers.
,,In Nederland zijn op dit moment meer dan 300 lokale energiecoöperaties. Dat geeft aan dat het populair is. Nederland is echt een land waar de groei van onderaf plaatsvindt. Ik noem dat power of the crowd,” zegt René Moerman. Hij is directeur business development bij Solar Insurance & Finance en voorzitter van CALorie in Noord-Holland. Dit lokale burgerinitiatief opende onlangs zijn eerste zonnecentrale met 112 panelen en wil er dit jaar nog twee tot vier in gebruik nemen. ,,Wij bestaan sinds 2010 en zijn eigenlijk een oude club. Wij hebben al diverse projecten gerealiseerd, terwijl nieuwe coöperaties pas volgend jaar echt tot bloei komen. Daarom verwacht ik dat zonne-energie in Nederland de komende jaren meer dan verdubbelen zal, puur door die kracht van onderuit,” aldus Moerman.

Ook hoogleraar sociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en voorzitter van de lokale energiecoöperatie Grunneger Power prof. Dr. Frans Stokman ziet die ontwikkeling. ,,Ondanks de beperkingen van de saldering en de moeilijkheden om te investeren in zonne-energie op een andere locatie dan je eigen dak, zien we toch een enorme groei. Dat komt duidelijk door coöperaties als Grunneger Power die mensen laten zien dat het rendabel en goedkoper is dan stroom van het energiebedrijf,” zegt de professor.
Grunneger Power legt in Groningen elke twee werkdagen een dak vol zonnepanelen. ,,Je ziet wereldwijd het aantal zonnepanelen groeien met een snelheid waar je u tegen zegt. Dat gaat elk jaar over de kop. In Nederland staan mensen uit een straat zelf op om samen met andere mensen zonnepanelen aan te schaffen. Dat is het sociaal effect dat we steeds beoogd hebben en dat zich nu waarmaakt,” aldus Stokman.

Beiden treden op als spreker tijdens The Solar Future: NL ’13 conferentie in Eindhoven op 23 mei, samen met beroemdheden als visionair Jeremy Rifkin, activist Danny Kennedy en Nederlands eigen zonne-energiegoeroe Professor Wim Sinke.
Wereldwijd groeide het aantal zonne-energiesystemen met dubbele cijfers. In Europa zal de markt in 2016 verdubbeld zijn ten opzichte van dit jaar, verwacht de Europese brancheorganisatie EPIA.
In Nederland kost een Kilowattuur zonnestroom inmiddels circa 16 cent. Stroom uit het stopcontact kost gemiddeld 21 cent. Zonnepanelen verdienen zich in tien jaar terug, terwijl ze minstens twintig jaar meegaan. ,,Oftewel tien jaar gratis stroom,” zegt Edwin Koot van Solarplaza, dat de conferentie organiseert. Hij heeft verschillende verklaringen voor de enorme groei die Nederland doormaakt. ,,Enerzijds willen mensen bijdragen aan een duurzame groene energievoorziening. Anderzijds willen ze onafhankelijk zijn van grote instanties als banken en energiebedrijven. Dit alles heeft het kenmerk van een sterk groeiende bottom-up beweging,” aldus Koot.
Tijdelijke importheffingen op zonnepanelen uit China, waar de EU momenteel mee dreigt, zullen dit proces volgens hem niet stoppen. Koot: ,,In Amerika is de markt in 2012 ondanks vergelijkbare importheffingen verder gegroeid.”

Voor meer informatie: www.thesolarfuture.nl

Een combinatie van lokaal opgewekte wind- en zonne-energie is financieel rendabel, maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele bronnen en zorgt voor werkgelegenheid. Windenergie is financieel gezien de beste optie, terwijl voor zonne-energie waarschijnlijk meer draagvlak is in de maatschappij. Een combinatie van beide ligt daarom voor de hand. Aanvullende financiële maatregelen kunnen ervoor zorgen dat in 2020 50% van de huishoudens wordt voorzien van lokaal opgewekte groene stroom. Dat blijkt uit een Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse (MKBA) die in opdracht van de VNG is uitgevoerd door Arcadis.

Windenergie of zonne-energie?
Centrale vraag in het onderzoek was: ‘Wat gebeurt er als 50% van de huishoudens in Nederland hun eigen elektriciteit decentraal duurzaam opwekken?’. Om deze vraag te beantwoorden is een business case opgesteld en een MKBA uitgevoerd. Daaruit blijkt dat windenergie financieel rendement oplevert, maar negatief scoort op geluidbelasting, zichthinder en natuur. Met zonnepanelen is deze overlast er niet of minder, zodat dit alternatief maatschappelijk beter aanvaardbaar is. Bovendien levert dit 45.000 arbeidsjaren aan werkgelegenheid op, aanmerkelijk meer dan bij windenergie. Financieel is zonne-energie echter niet rendabel. Bij een combinatie van (minimaal) 50% windenergie en (maximaal) 50% zonne-energie zijn de maatschappelijk baten gelijk aan of zelfs hoger dan de kosten.

Financiële maatregelen
Verschillende financiële maatregelen kunnen ervoor zorgen dat decentraal opgewekte groene stroom concurrerend(er) wordt ten opzichte van grijze stroom, zodat het mogelijk wordt om al in 2020 50% van de huishoudens te voorzien van lokale groene stroom. Een verhoging van de energiebelasting op grijze stroom met 4 cent zorgt er bijvoorbeeld voor dat alle decentrale opwekkingsalternatieven even duur zijn als grijze stroom of zelfs goedkoper. Het is wel de vraag of deze fiscale maatregel op de langere termijn houdbaar is als het aandeel lokaal opgewekte duurzame energie sterk toeneemt.

Achtergrond en aanleiding MKBA
Steeds meer consumenten zien mogelijkheden om zelf duurzame energie op te wekken. Het vermogen hiervan is nog zeer bescheiden, maar het aantal initiatieven in Nederland stijgt snel. De roep naar de politiek is dan ook sterk om belemmeringen voor deze ontwikkeling weg te nemen; met name de energiebelasting is een hobbel om ‘eigen duurzame energie’ te realiseren.

De Tweede Kamer heeft al meerdere maatregelen genomen om elektriciteitsopwekking voor eigen gebruik te faciliteren. Een goed inzicht in de effecten hiervan op het bestaande (energie)systeem ontbrak echter nog. De MKBA voorziet in deze leemte. De resultaten van het onderzoek zijn nuttig bij beleidsafwegingen op lokaal, provinciaal en nationaal niveau.

bron: VNG.nl

Acht dorpen in de Lege Geaën gaan voor duurzame energievoorziening. Daarvoor is de de coöperatie ’Griene Geaen’ in het leven geroepen.

De presentatie van de plannen en de nieuwe website van de coöperatie is op zaterdag 19 januari vanaf 14:00 uur in dorpshuis De Trilker in Poppenwier. Het gaat om plannen op gebied van zonne-energie, energiebesparing en lokaal voedsel, oftewel de tuintjesclub. De vraag: ‘hoe grien kinne wy geaën?’ wordt vooral beantwoord door het enthousiasme van de inwoners van de Lege Geaën en andere geïnteresseerden.

De acht dorpen zijn Dearsum, Gau, Goënga, Raerd, Offingawier, Poppenwier, Sibrandabuorren en Tersoal. Sinds 1981 staat Dearsum bekend als het voorbeelddorp voor duurzame energie. In 1987 werd een windturbine in gebruik genomen en een jaar later een mestvergistingsinstallatie met als doel de inwoners van Dearsum te voorzien van electriciteit.

Wederom als één van de pioniers heeft de “Stichting Energievoorziening Dearsum” in het voorjaar 2012 een oproep gedaan aan de acht dorpen van De Lege Geaën om samen met de streek zelf initiatieven te nemen om hun omgeving te verduurzamen.

Deze oproep is met enthousiasme opgepakt. Er bleken heel wat Legeansters geïnteresseerd in het onderwerp. In Goënga was al een groepje gestart met het gezamenlijk inkopen en installeren van zonnepanelen.

Het doel van ‘Griene Geaen’ is de ontwikkeling en realisatie van een duurzame gemeenschap in De Lege Geaën met oog voor mens en natuur. De coöperatie brengt door het initiëren, stimuleren en uitvoeren van duurzame projecten een ontwikkeling op gang die bijdraagt aan het welzijn van de huidige en toekomstige bewoners van De Lege Geaën.’ Alle inwoners van De Lege Geaën kunnen lid worden van de coöperatie.

Er is een revolutie gaande in de energieproductie. Naast centrale energieproductie door grote bedrijven ontstaan er steeds meer lokale burgerinitiatieven om stroom te produceren. Het resultaat is meer duurzame energie en meer sociale binding, stelt hoogleraar sociologie Frans Stokman van de Rijksuniversiteit Groningen. Stokman is tevens bestuurslid van Grunneger Power, een coöperatieve vereniging die Groningen van groene energie wil voorzien.

‘De energiesector staat voor een vergelijkbare revolutie als de ICT industrie in de jaren ’90, toen de eerste wat primitieve pc’s verschenen. Na vijftien jaar had iedereen zijn eigen computer op het bureau. Zo iets staat ook in de energiesector te gebeuren: mensen gaan zelf lokaal energie opwekken en delen. Dat is een noodzaak om onze energievoorziening duurzaam te maken, maar het zorgt ook voor een sociale revolutie die lokale cohesie versterkt. In de huidige situatie bepalen de grote energieproducenten waar ze in investeren. Wanneer ze besluiten een nieuwe kolencentrale neer te zetten in de Eemshaven, gebeurt dat gewoon – ook al zijn veel klanten daar tegen. Die klanten hebben geen enkele invloed.’

Slim stroomnetwerk
‘Het voordeel van een lokaal burgerinitiatief is dat consumenten tegelijkertijd coproducenten worden. In mijn eigen straat hebben we een vereniging van eigenaren opgericht om gezamenlijk energie te produceren. Eerst zijn er warmtepompen geplaatst (dat scheelt aardgas), maar er is meer elektriciteit nodig. De volgende stap was om zonnepanelen te plaatsen. En nu willen we graag onderling energie kunnen uitwisselen in de straat. Dat kan met een ‘smart grid’, een slim stroomnetwerk waar KEMA al mee experimenteert in onze regio.’

‘Op een grotere schaal wil Grunneger Power de stad Groningen en naaste omgeving van groene energie voorzien door lokale productie en lokale opslag. Grunneger Power levert zonnepanelen met korting en adviseert over het gebruik van duurzame energie. Daarnaast verkopen we via een Duits bedrijf duurzame stroom en gas. De stroom komt alleen uit zon, wind en waterkracht. Verder zetten we onze kennis in om andere burgerinitiatieven te ondersteunen totdat ze op eigen benen kunnen staan, want het moet wel lokaal blijven.’

Betrokkenheid
‘Ons voorbeeld zijn de Duitse ‘Stadtwerke’. Zo’n 700 lokale initiatieven produceren energie voor 80 miljoen mensen. Die Stadtwerke zijn het initiatief van de lokale gemeente, met sterke inbreng van de bevolking. Hier in Nederland gaat het meestal om burgerinitiatieven. De essentie is in beide gevallen dat consumenten lokaal besluiten hoe de energieproductie moet worden ingericht.’

‘Lokale energieproductie vergroot de onderlinge betrokkenheid en afhankelijkheid. Je moet hiervoor netjes met elkaar omgaan en de lokale belangen voor het eigenbelang laten gaan. In kleine dorpen kan dat spanningen en uitsluiting opleveren, maar wanneer zo’n initiatief bijvoorbeeld de hele stad Groningen omvat, is dat probleem er nauwelijks. De sociale component is belangrijk. Mensen krijgen in eigen hand hoe het systeem moet groeien. Je ziet ook dat mensen gezamenlijk zonnepanelen gaan inkopen, waardoor ze meer onderling contact hebben. Daarnaast dwingen dit soort initiatieven de grote energieproducenten om te veranderen. Op termijn moeten er smart grids komen, waardoor ik bijvoorbeeld de energie die ik te veel produceer kan schenken aan mijn studerende kleinkind.’

‘Het heeft zo’n vijftien jaar geduurd voordat de ICT-revolutie was voltooid. Ik verwacht dat de energierevolutie ook in vijftien jaar voltooid kan zijn, zodat lokale energieproductie de norm is. En hoe groter de betrokkenheid van mensen via burgerinitiatieven, hoe sneller het zal gaan.’

Curriculum Vitae
Frans Stokman is hoogleraar sociologie. Hij doet onder meer onderzoek naar de transitie van onze energievoorziening richting duurzaamheid en decentrale opwekking van energie. Stokman onderzocht de bereidheid van burgers om deel te nemen aan lokale energiecoöperaties, ook al hebben zij daartoe zelf geen goede mogelijkheden in hun eigen huis. Als onderdeel van dat onderzoek richtte Stokman Grunneger Power op, een energiecoöperatie voor de stad Groningen.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen