Door het toepassen van tweezijdig werkende zonnepanelen op water kan de opbrengst aan duurzame energie fors worden verhoogd. Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) demonstreert deze drijvende vernieuwing tijdens de Innovation Expo in Amsterdam op 14 april.
Tweezijdig werkende zonnepanelen hebben aan de achterkant geen witte of zwarte folie, maar een glasplaat of een transparante folie. De zonnecellen ín de panelen zijn zo gemaakt dat ze bijna net zo efficiënt licht via de achterkant in elektriciteit kunnen omzetten als licht dat van de voorkant komt.
Daardoor kunnen de panelen ook het licht benutten dat door het wateroppervlak of de grond wordt gereflecteerd en normaliter verloren gaat. “Het is een slimme en voor de hand liggende oplossing. Je gebruikt licht dat er al is en krijgt zo voor ongeveer hetzelfde geld een aanzienlijk hogere opbrengst aan zonne-energie. Op jaarbasis kan dat tientallen procenten aan opgewekte elektriciteit schelen”, zegt professor Wim Sinke, manager programmaontwikkeling zonne-energie bij ECN.
Nieuwe toepassingsmogelijkheden
Daarnaast bieden tweezijdig werkende zonnepanelen nieuwe toepassingsmogelijkheden. Ze kunnen behalve schuin ook rechtop worden gezet en bijvoorbeeld worden verwerkt in geluidsschermen langs snelwegen.
Daarbij is er bovendien een grote vrijheid in de plaatsingsrichting. De opbrengst van de voor- en achterkant samen verandert namelijk maar weinig als de richting varieert, bijvoorbeeld om de weg te volgen.
Drijvende vlotten
Een andere toepassing is het plaatsen van de tweezijdig werkende panelen op water. Tijdens de demonstratie op het IJ worden drijvende vlotten gebruikt die worden geleverd door Sunfloat. Het gebruik van drijvende zonnepanelen ontsluit volgens Sunfloat grote gebieden in Nederland voor duurzame energie.
“Het water maakt de panelen beter rendabel door de weerkaatsing van het zonlicht en de koelte. Bovendien kunnen de panelen bijna energieloos met de zon meedraaien en dat levert in Nederland al een meeropbrengst van 18 procent”, zegt business developer Sipco Eggink van Sunfloat.
Aanzienlijke bijdrage
Volgens Rijkswaterstaat, dat een vergelijkbare pilot met Sunfloat en het Havenbedrijf Rotterdam uitvoert in baggerdepot De Slufter op de Maasvlakte, kunnen drijvende panelen op ongebruikte wateroppervlakten, bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen, een aanzienlijke bijdrage leveren aan de Nederlandse stroomproductie.
“18 Procent van Nederland bestaat uit (binnen)water. Als je hiervan 1 tot 2 procent zou gebruiken voor drijvende zonnevelden, dan kan je hiermee 2 tot 4 miljoen huishoudens van duurzame stroom voorzien”, zegt Rik Jonker, coördinator zonne-energie bij Rijkswaterstaat.
Alleen al de baggerdepots die wij als Rijkswaterstaat in beheer hebben, beslaan grofweg 500 hectare, vervolgt Jonker. “Hier kan je al 375 megawatt aan zonne-energie installaties kwijt. Een mooi voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik. De waterschappen hebben nog veel meer van dit soort industriële wateren in beheer, ook al zijn deze vaak kleiner van omvang.”