Articles posted by dzh

Acht dorpen in de Lege Geaën gaan voor duurzame energievoorziening. Daarvoor is de de coöperatie ’Griene Geaen’ in het leven geroepen.

De presentatie van de plannen en de nieuwe website van de coöperatie is op zaterdag 19 januari vanaf 14:00 uur in dorpshuis De Trilker in Poppenwier. Het gaat om plannen op gebied van zonne-energie, energiebesparing en lokaal voedsel, oftewel de tuintjesclub. De vraag: ‘hoe grien kinne wy geaën?’ wordt vooral beantwoord door het enthousiasme van de inwoners van de Lege Geaën en andere geïnteresseerden.

De acht dorpen zijn Dearsum, Gau, Goënga, Raerd, Offingawier, Poppenwier, Sibrandabuorren en Tersoal. Sinds 1981 staat Dearsum bekend als het voorbeelddorp voor duurzame energie. In 1987 werd een windturbine in gebruik genomen en een jaar later een mestvergistingsinstallatie met als doel de inwoners van Dearsum te voorzien van electriciteit.

Wederom als één van de pioniers heeft de “Stichting Energievoorziening Dearsum” in het voorjaar 2012 een oproep gedaan aan de acht dorpen van De Lege Geaën om samen met de streek zelf initiatieven te nemen om hun omgeving te verduurzamen.

Deze oproep is met enthousiasme opgepakt. Er bleken heel wat Legeansters geïnteresseerd in het onderwerp. In Goënga was al een groepje gestart met het gezamenlijk inkopen en installeren van zonnepanelen.

Het doel van ‘Griene Geaen’ is de ontwikkeling en realisatie van een duurzame gemeenschap in De Lege Geaën met oog voor mens en natuur. De coöperatie brengt door het initiëren, stimuleren en uitvoeren van duurzame projecten een ontwikkeling op gang die bijdraagt aan het welzijn van de huidige en toekomstige bewoners van De Lege Geaën.’ Alle inwoners van De Lege Geaën kunnen lid worden van de coöperatie.

Hoe scoort mijn bedrijf op het gebied van milieu? Gebruik ik veel of weinig energie? Wat is gemiddeld? Dit zijn veelgehoorde vragen bij bedrijven welke een duurzaamheids- of energiescan laten uitvoeren. Het monitoren van het verbruik is een goede eerste stap, maar echt interessant wordt het pas wanneer het bedrijf zijn verbruik kan vergelijken met dat van andere bedrijven. Dit kan met kengetallen, zoals elektriciteitsverbruik per kilogram product. Bedrijven die hun kengetallen delen, helpen daarmee niet alleen andere bedrijven, maar ook zichzelf.

Kengetal als concreet handvat
Kengetallen maken energiebesparing concreet en daarom zijn ze inspirerend. Op internet zijn al voor diverse branches kengetallen te vinden, zoals op het Klimaatplein en bij de Milieubarometer. Bij de Milieubarometer voorbeelden staan niet alleen de gemiddelde waardes, maar ook de beste scores. Voordeel is dat dit ook een bedrijf dat al beter dan gemiddeld scoort een handvat biedt. Overigens is een toelichting van hoe het bedrijf tot die goede score is gekomen dan vaak wel nodig, omdat het behalen van die waarde anders onhaalbaar kan lijken.

Leren van best practises
Uit ervaring blijkt dat het meest interessant is wanneer bedrijven hun kengetallen individueel delen en erover praten. Zo kunnen ze leren van elkaars best practices. Men ziet hele mooie resultaten bij duurzaamheidskringen. In een duurzaamheidskring zitten bedrijven uit dezelfde branche bij elkaar en bespreken hun milieuscore, kengetallen en genomen maatregelen. Stimular begeleidt een aantal van zulke duurzaamheidskringen in de grafische en culturele sector. Ook ziekenhuizen bespreken onderling hun resultaten binnen het Milieuplatform Zorgsector (MPZ). De theaters en musea in Den Haag bieden zelfs al aan om hun kengetallen te delen met ieder theater dat ook zijn kengetallen wil delen.

Oproep tot meer delen van kengetallen
Het zou goed zijn als meer bedrijven hun kengetallen gaan delen. Ze kunnen zich dan spiegelen met het meest gelijkende of juist best scorende branchegenoot. Bedrijven die hier actief mee bezig zijn besparen sneller en meer energie. Hopelijk komen snel meer branche-initiatieven waarin kengetallen worden gedeeld, hetzij via gemiddelde en beste waardes, maar liever (ook) individuele uitwisseling. Als u al met een dergelijk project bezig bent, kunt u dat laten weten aan stichting Stimular.

Share

‘Korter douchen levert geld op!’ Met dergelijke, op de portemonnee gebaseerde reclamecampagnes worden consumenten opgeroepen zich duurzamer te gedragen. Een beroep op milieuoverwegingen zou minder effect hebben. Psycholoog Jan Willem Bolderdijk van de Rijksuniversiteit Groningen toont in zijn onderzoek aan dat dat altijd niet waar is. Sterker nog; hij laat zien dat aanspreken op de portemonnee soms zelfs helemaal niet werkt. Het onderzoek werd vorige week gepubliceerd in Nature Climate Change. Dat het helpt om mensen aan te spreken op hun portemonnee, is in de reclamewereld een algemeen aanvaard principe. Maar uit eerder onderzoek is ook bekend dat mensen niet alleen om geld geven. Ze vinden een positief zelfbeeld ook heel belangrijk en zien zichzelf graag als integer, eerlijk en moreel. ‘Dat heeft gevolgen voor milieucampagnes,’ meent Bolderdijk. ‘Mensen zien zichzelf mogelijk liever als milieubewust dan als zuinig of zelfs gierig en zijn daarom misschien gevoeliger voor campagnes die appelleren aan milieubewustzijn – ‘doe het voor het milieu’ – dan aan harde euro’s – ‘doe het voor het geld’.

Online test
Bolderdijk en zijn collega’s onderzochten die veronderstelling met behulp van een tweetal vragenlijsten. Sommige mensen lazen een boodschap met de tekst: ‘Geld besparen? Doe een bandencheck!’ Anderen kregen in plaats daarvan de oproep: ‘Geef je om het milieu? Doe een bandencheck!’ Aan beide groepen vroegen de onderzoekers hoe de proefpersonen zich zouden voelen als ze aan die oproep gehoor zouden geven. Het bleek dat mensen zich beter voelden over milieubesparing dan over geldbesparing.

Benzinestation
Ook plaatste Bolderdijk samen met Amerikaanse collega’s sandwichborden bij benzinepompen van een tankstation in de staat Virginia. Elk bord riep op tot het laten doen van een gratis bandencheck, maar elk met een ander argument. Opnieuw was er een bord met als motivatie geldbesparing en een met de motivatie milieubesparing. Nu was er echter ook een bord dat wees op veiligheid en als controle een bord zonder argument.

Coupons
Bij de borden hingen coupons voor de gratis bandencheck. De onderzoekers hielden 22 dagen lang bij hoeveel coupons men meenam. Het bleek dat het argument van milieubesparing het sterkste effect had, gevolgd door het beroep op veiligheid en het bord zonder argument. Tot verbazing van de onderzoekers bleek dat bij het bord over geldbesparing niemand een coupon mee had genomen. ‘Het wijzen op kleine financiële voordelen lijkt soms zelfs een negatief effect te hebben,’ aldus Bolderdijk.

‘Mensen willen zichzelf graag recht in de spiegel kunnen aankijken, en de meeste van ons zien zichzelf liever als groen dan als zuinig of gierig’, luidt Bolderdijks conclusie. ‘Het behouden van een positief zelfbeeld kan een belangrijke motivatie zijn voor duurzaam gedrag. Daar zou de overheid meer rekening mee kunnen houden bij het bedenken van campagnes om duurzaam gedrag bij consumenten te bevorderen.’

Tags
Share

In het kader van particulier opdrachtgeverschap bouwt Planhus uit Leeuwarden de eerste all-electric woning in Nederland die meer energie opbrengt dan de bewoners verbruiken. De bouw van deze energie ++++ woning vindt plaats op It Grien te Leeuwarden.

It Grien is een kleine enclave vlakbij het crematorium bij Goutum dat door de gemeente Leeuwarden als energieneutrale bouwzone is aangewezen. De woning gebruikt geen gas als energievoorziening maar alleen zelfopgewekte elektriciteit. De bouw is inmiddels begonnen.

Door middel van hoogwaardige houtmaterialen, perfecte kierdichtheid, hoge isolering en passieve zonwering wordt een aangenaam woonklimaat gecreëerd. Met behulp van zonnecollectoren en 125 m2 hoogwaardige CIS PV panelen is voorzien in de warmte -en energiebehoefte. Verder bevat de woning beproefde technologie voor onder andere verwarming en luchtverversing. De woning is inmiddels ook uitgevoerd met gescheiden waterafvoerleidingen.

Berekeningen wijzen uit dat op jaarbasis er 4.000 Kwh over wordt geproduceerd, goed voor ruim 28.000 km rijplezier in een electrische auto.

One Tonne Life
Het concept van deze woning is gebaseerd op het ‘One Tonne Life project’ uit Zweden waar goede resultaten zijn geboekt met woningen die veel minder CO2 produceren dan gebruikelijk (een ton C02 tegen zeven ton co2) en comfortabel zijn om in te wonen.

Monitoring
Studenten van de NHL hogeschool in Leeuwarden gaan de woning twee jaar lang monitoren op het werkelijke energieverbruik en opbrengst van de totale installaties en de individuele apparaten zoals wasmachine, vaaatwasser etc. Oplevering van deze ‘All Electric woning’ vindt plaats medio februari 2013

Share

Ondernemers die kansen zien in het duurzaam opwekken van energie worden daarin gesteund door de overheid. In 2013 is 3 miljard euro beschikbaar voor groene projecten, die er mede voor moeten zorgen dat er in 2020 16 procent van alle energie duurzaam wordt opgewekt. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken (EZ) vandaag aan de Tweede Kamer.

“Duurzame energie is niet alleen van belang voor een gezondere economie, maar biedt ondernemers ook kansen”, aldus minister Kamp. “Daarom stellen we meer geld beschikbaar. Ook zorgen we ervoor dat ondernemers zo veel mogelijk zekerheid krijgen bij hun investering door de spelregels niet te veranderen”.

Stimuleren groene energie
Duurzame energie is duurder dan energie opgewekt met behulp van bijvoorbeeld gas en kolen. Dat prijsverschil wordt kleiner naarmate duurzame technieken verder ontwikkeld worden. Om de productie en ontwikkeling van groene energie te stimuleren geeft de overheid een compensatie voor het prijsverschil.

Aanvraag vanaf april
De steun wordt gegeven via de stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+), uitgevoerd door AgentschapNL. De spelregels worden eind januari in de Staatscourant gepubliceerd. Vanaf april kunnen ondernemers een aanvraag indienen. Ondernemers krijgen daarmee ruim de tijd om groene projecten uit te werken en aanvragen voor te bereiden.

Resultaten 2012
In 2012 bedroeg het budget nog €1,7 miljard. Dankzij de steun van de overheid worden projecten om energie op te wekken via onder meer aardwarmte, zonnepanelen en vergisting van mest en afvalstoffen opgestart. Hiermee kan voldoende duurzame energie worden opgewekt om 300.000 huishoudens een jaar lang van energie te voorzien.

Bron: Rijksoverheid

Share

Er is een revolutie gaande in de energieproductie. Naast centrale energieproductie door grote bedrijven ontstaan er steeds meer lokale burgerinitiatieven om stroom te produceren. Het resultaat is meer duurzame energie en meer sociale binding, stelt hoogleraar sociologie Frans Stokman van de Rijksuniversiteit Groningen. Stokman is tevens bestuurslid van Grunneger Power, een coöperatieve vereniging die Groningen van groene energie wil voorzien.

‘De energiesector staat voor een vergelijkbare revolutie als de ICT industrie in de jaren ’90, toen de eerste wat primitieve pc’s verschenen. Na vijftien jaar had iedereen zijn eigen computer op het bureau. Zo iets staat ook in de energiesector te gebeuren: mensen gaan zelf lokaal energie opwekken en delen. Dat is een noodzaak om onze energievoorziening duurzaam te maken, maar het zorgt ook voor een sociale revolutie die lokale cohesie versterkt. In de huidige situatie bepalen de grote energieproducenten waar ze in investeren. Wanneer ze besluiten een nieuwe kolencentrale neer te zetten in de Eemshaven, gebeurt dat gewoon – ook al zijn veel klanten daar tegen. Die klanten hebben geen enkele invloed.’

Slim stroomnetwerk
‘Het voordeel van een lokaal burgerinitiatief is dat consumenten tegelijkertijd coproducenten worden. In mijn eigen straat hebben we een vereniging van eigenaren opgericht om gezamenlijk energie te produceren. Eerst zijn er warmtepompen geplaatst (dat scheelt aardgas), maar er is meer elektriciteit nodig. De volgende stap was om zonnepanelen te plaatsen. En nu willen we graag onderling energie kunnen uitwisselen in de straat. Dat kan met een ‘smart grid’, een slim stroomnetwerk waar KEMA al mee experimenteert in onze regio.’

‘Op een grotere schaal wil Grunneger Power de stad Groningen en naaste omgeving van groene energie voorzien door lokale productie en lokale opslag. Grunneger Power levert zonnepanelen met korting en adviseert over het gebruik van duurzame energie. Daarnaast verkopen we via een Duits bedrijf duurzame stroom en gas. De stroom komt alleen uit zon, wind en waterkracht. Verder zetten we onze kennis in om andere burgerinitiatieven te ondersteunen totdat ze op eigen benen kunnen staan, want het moet wel lokaal blijven.’

Betrokkenheid
‘Ons voorbeeld zijn de Duitse ‘Stadtwerke’. Zo’n 700 lokale initiatieven produceren energie voor 80 miljoen mensen. Die Stadtwerke zijn het initiatief van de lokale gemeente, met sterke inbreng van de bevolking. Hier in Nederland gaat het meestal om burgerinitiatieven. De essentie is in beide gevallen dat consumenten lokaal besluiten hoe de energieproductie moet worden ingericht.’

‘Lokale energieproductie vergroot de onderlinge betrokkenheid en afhankelijkheid. Je moet hiervoor netjes met elkaar omgaan en de lokale belangen voor het eigenbelang laten gaan. In kleine dorpen kan dat spanningen en uitsluiting opleveren, maar wanneer zo’n initiatief bijvoorbeeld de hele stad Groningen omvat, is dat probleem er nauwelijks. De sociale component is belangrijk. Mensen krijgen in eigen hand hoe het systeem moet groeien. Je ziet ook dat mensen gezamenlijk zonnepanelen gaan inkopen, waardoor ze meer onderling contact hebben. Daarnaast dwingen dit soort initiatieven de grote energieproducenten om te veranderen. Op termijn moeten er smart grids komen, waardoor ik bijvoorbeeld de energie die ik te veel produceer kan schenken aan mijn studerende kleinkind.’

‘Het heeft zo’n vijftien jaar geduurd voordat de ICT-revolutie was voltooid. Ik verwacht dat de energierevolutie ook in vijftien jaar voltooid kan zijn, zodat lokale energieproductie de norm is. En hoe groter de betrokkenheid van mensen via burgerinitiatieven, hoe sneller het zal gaan.’

Curriculum Vitae
Frans Stokman is hoogleraar sociologie. Hij doet onder meer onderzoek naar de transitie van onze energievoorziening richting duurzaamheid en decentrale opwekking van energie. Stokman onderzocht de bereidheid van burgers om deel te nemen aan lokale energiecoöperaties, ook al hebben zij daartoe zelf geen goede mogelijkheden in hun eigen huis. Als onderdeel van dat onderzoek richtte Stokman Grunneger Power op, een energiecoöperatie voor de stad Groningen.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Friesland streeft naar een duurzame provincie. Iedere Fries kan helpen om Friesland duurzamer te maken. Met verschillende projecten willen de provincie en de Friese Milieu Federatie laten zien hoe. In de afgelopen jaren voerden zij daarvoor onder andere projecten uit op het gebied van voedsel, kleding en afval.

Dat de projecten tot resultaten leiden, blijkt uit de zogenaamde ecologische voetafdruk. De ecologische voetafdruk geeft aan hoeveel ieder individu van onze aarde vraagt, weergegeven in ruimtebeslag. Het consumptiepatroon beïnvloedt de voetafdruk. Niet alleen het verbouwen van voedsel vraagt ruimtebeslag, maar ook het transport van goederen of het gebruik van papier. Hoe minder ruimte iemand gebruikt, hoe duurzamer hij leeft. De gemiddelde Noord-Europeaan verbruikt 4,7 hectare. Friezen leggen minder beslag op de aarde. In 2011 was hun ecologische voetafdruk 4,06 hectare. In 2009 was dat nog 4,41.

Tags
Share

Iedereen ziet de beelden van de laatste Elfstedentocht nog helder voor zich. Een heroïsche wedstrijd tegen het decor van een prachtige provincie. Dat decor dreigt over een flink deel van de route drastisch te veranderen. De Provincie Friesland presenteerde vorig week tijdens een informatieavond de plannen voor een grootschalig windmolenpark. De bewoners van het gebied hebben tot aanstaande zondag de tijd om te reageren. Deze reactietermijn is door de Provincie verlengd in verband met de vele en zwaar verontwaardigde reacties.

Als het aan de Provincie Friesland ligt zal een volgende Elfstedentocht over vele kilometers verreden worden tegen de achtergrond van tientallen windmolens. En niet zomaar windmolens, maar mega molens van 150 meter hoog. Voor het vergelijk, dat is drie keer zo hoog als een gemiddelde Nederlandse vuurtoren.

Honderd vierkante kilometer
De Provincie heeft een plan ontwikkeld om binnen de driehoek Makkum, Bolsward, Harlingen een grootschalig windmolenpark te realiseren. Ze is bereid daarvoor een gebied van ruim honderd vierkante kilometer op te offeren. Eeuwenoud cultuurlandschap. Gevolg? Tientallen terpen, tufstenen kerkjes met karakteristieke zadeldaktorens, een compleet gave ringdijk uit de 10e eeuw (één van de oudste van Friesland), beschermde dorpsgezichten, het verdwijnt allemaal in een woud van windmolens. Authentieke dorpen en bijvoorbeeld een toeristenplaats als Makkum raken volledig ingesloten door de mega molens.

Mega molens 150 meter hoog
Ook het IJsselmeer ontkomt niet aan de grote plannen van de Provincie. Ook daar wil men de windmolens plaatsen. Ook 150 meter hoog. Liefst tweehonderd stuks. Niet alleen verdwijnt daarmee in één keer de unieke weidsheid van het IJsselmeer, de molens zullen ook met gemak te zien zijn vanaf elke plek in de Waddenzee.

Bewoners van het gebied voelen zich compleet overvallen door de plannen. Piebe Piebenga uit Schraard: “De kroonjuwelen van Friesland zijn water, land en horizon. Het is voor mij volkomen onbegrijpelijk dat de Provincie die op zo’n manier verkwanselt. Het is alsof je de kip met de gouden eieren slacht.” Miljoenen zijn de afgelopen jaren gespendeerd om het gebied nog aantrekkelijker te maken voor toeristen. Maar de toerist die komt voor het Friesland van de rust en de ruimte heeft hier in de toekomst niets meer te zoeken.

Noord Holland stopt met windmolenprojecten
Ondanks de steeds hoger wordende energierekeningen moet een gemiddeld Nederlands gezin per jaar nog altijd zo’n € 500,- ophoesten om duurzame energie te subsidiëren. Zonder dat geld zijn subsidie verslindende plannen als deze uiteraard niet realiseerbaar. De plannen van de provincie Friesland zijn overigens des te opmerkelijker nu de provincie Noord Holland vorige maand heeft besloten per direct te stoppen met alle windmolenprojecten omdat ze van mening is dat zij het landschap te veel aantasten. In Friesland bundelen de bewoners die tegen de plannen van de Provincie zijn hun krachten en richten daartoe een stichting op.

Waterportverbond
Het Watersportverbond pleit in haar ingediende zienswijze op de structuurvisie ‘Windenergie op Land’ voor een behoud van het open karakter van het landschap. Het Watersportverbond vreest dat de komst van grootschalige windmolenparken het landschap en de vaarbeleving zullen aantasten.

In 2020 moet 14% van de totale energievoorziening duurzaam zijn. Omdat windenergie één van de belangrijkste duurzame energiebronnen is, zullen er in de toekomst grootschalige windmolenparken worden gebouwd. In de structuurvisie wijst het Rijk gebieden aan waarbinnen ruimte is voor grootschalige windenergie, zoals Noordoost Nederland, het IJsselmeergebied en
Zuidwest Nederland. In deze regio’s liggen belangrijke watersportgebieden als de Zuidwestelijke Delta, het Markermeer en het IJsselmeer. De komst van de grootschalige windmolenparken zullen het landschap en de vaarbeleving echter schaden, zo vreest het Watersportverbond. Met een mastdikte van 15 meter en een hoogte van 200 meter zijn moderne windturbines bij helder weer op meer dan 30 kilometer afstand zichtbaar. Daarnaast is er sprake van een veelvoud van deze turbines in parken waar ook niet doorheen gevaren mag worden. Het unieke karakter van het Nederlandse vaargebied wordt door de grootschalige windmolenparken in de kern aangetast.
Vooropgesteld staat dat het Watersportverbond niet tegen windenergie is; het is een belangrijke vorm van duurzame energie. De manier waarop deze industriële activiteit zich profileert en vooral ook de keuze van de locaties, ziet het Watersportverbond echter als een serieuze bedreiging voor het landschap en als aantasting voor de recreatieve vaarbeleving.
Het Watersportverbond pleit in haar ingediende zienswijze op de structuurvisie dan ook voor het behoud van het open karakter van het landschap. Daarnaast wijst zij ook op de nadelige economische gevolgen in de recreatieve sector. Als het open karakter wordt aangetast en het vaarwater verkleint, zullen watersporters naar andere gebieden vertrekken, zo vreest het Watersportverbond. Dit zal zeker nadelige gevolgen hebben voor de lokale economie.

Bron Watersportverband

Tags
Share